Categories:

Op een dag maakte ik een belofte met mezelf. Ik had net m’n werk verloren, mijn gezondheid was abominabel, ik sliep amper, vond nergens aansluiting. Ik besloot om me recht te trekken aan positieve zaken. Of het nu een hap lekker eten was, een zonnestraal op mijn snoet of het aanraken van de zachte huid op mijn armen.

Ik kreeg het sterke gevoel dat ik naar buiten moest gaan. Ik sleepte mezelf de deur uit om een wandeling te maken. Ik had amper energie, maar had wel een vaag plan: me laten inspireren door kleine dingen op straat. Ondanks het zware gevoel voelde ik iets in mezelf ontwaken. Was het door de belofte die ik net uitgesproken had? Iets lichts en speels werd wakker, ter hoogte van mijn hart. Ik kreeg er het beeld bij van een lichtpuntje. Met de weinige kracht die ik had, maakte ik er contact mee. Het puntje begon te bewegen, op te springen, me uit te nodigen. ‘Kijk rond je’, fluisterde het zachtjes maar sturend. En net op dat moment lachte een voorbijganger me toe. Een lieve, oprechte, heerlijke lach die m’n hele wezen verwarmde. ‘Hallo’, zei hij. Het leek wel de mooiste hallo die ik ooit gehoord had. ‘Hallo’, antwoordde ik. Een moment van ver-lichting. Kan het kleine zoiets groots doen? ‘Wandel verder’, zinnezoende het lichtpuntje. Een andere voorbijganger lachte me toe. En even later, nog iemand. Ik kreeg er zo’n goed gevoel bij, dat ik zelf naar iedereen begon te lachen.

Ik kwam thuis, al mijn zorgen leken wel weggesmolten. Ik kreeg een hartverwarmend bericht van een vriendin. En een uurtje later van een kennis. Wat gebeurde er? Ik kreeg bijna nooit berichtjes. Ik ging slapen en in het eerst in lange tijd, had ik een mooie droom. Over lichtpuntjes. De volgende morgen werd ik wakker. Mijn gezondheid was nog steeds abominabel, ik zat nog steeds zonder werk, maar toch was er iets veranderd. Ik wist dat ik iets in me had (net zoals iedereen) waar niets of niemand invloed kon op uitoefenen. Iets dat in zijn kleinste vorm nog veel sterker was dan al het negatieve samen. Licht.

En toen begreep ik de uitspraak van Albert Camus: Midden in de winter begreep ik eindelijk dat er in mij een onoverwinnelijke zomer huisde.

Tot de dag van vandaag eer ik in moeilijke periodes het lichtpuntje. En steeds zet het me in vuur en vlam.

Tags:

No responses yet

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *